Ingediend op 05/11/2014 om 15.33 uur Mening van filosofen
De Morgen bericht in een omstandig artikel over de studiereis van een groep artsen en verplegers, onder leiding van dokter Wim Distelmans, naar Auschwitz (DM 14/10). Blijkbaar ging het hier om een soort teambuilding uitstap van mensen uit de medische sector die zich wilden bezinnen over goede levenseindezorg, inclusief de euthanasiepraktijk zoals die in België sinds een decennium ingang heeft gevonden. Deze reis wou als het ware de problematiek van de 'waardige dood' onder de aandacht brengen op een plaats die het ultieme kwaad als zodanig symboliseert. Deze reis heeft in het buitenland en in de Joodse gemeenschap in België voor enige controverse gezorgd, maar daarover lijken Wim Distelmans en zijn medereizigers zich niet al te veel zorgen te maken.
Toch is er, meen ik, wel degelijk iets verontrustends aan deze trip. Natuurlijk staat het iedereen vrij naar Auschwitz te reizen. Ook dokters die geen graten zien in de huidige Belgische euthanasiewetgeving en de allesbehalve transparante praktijk van actieve levensbeëindiging die hierdoor is ontstaan. Maar met deze reis wordt wel degelijk een symbolisch gebaar gesteld. Distelmans en zijn aanhang nemen opnieuw de kans om enkele privé-verhalen rond euthanasie in het publiek te brengen. Vreemd voor een arts die anders zozeer hamert op het recht op privacy van de patiënt en het respect voor het medisch geheim. Meer fundamenteel geeft deze reis echter te denken omdat ze het lijden van de Holocaust gebruikt om het eigen morele gelijk te etaleren. De enige houding die bij een bezoek aan Auschwitz past is schroom en nederigheid. Een pelgrimage naar deze sacrale plaats door een groep dokters die geen moreel probleem hebben met de legalisering van euthanasie getuigt minstens van slechte smaak. De overtuiging dat België met de legalisering van euthanasie op eenzame ethische hoogte staat, wordt door dit bezoek als het ware verzinnebeeld: door zich te spiegelen aan het ultieme kwaad van de Holocaust, pretendeert men en maakt men zichzelf wijs een baken van menselijkheid en mededogen te zijn.
De sacrale betekenis van Auschwitz wordt op die wijze ideologisch misbruikt. Men mag hopen (dat is wel het minste) dat de liberale invulling van euthanasie niets van doen heeft met de 'genadedood' onder dwang van mensen met een handicap door het Nazi-regime, of met de genocide op Joden, zigeuners en homoseksuelen, waarvoor Auschwitz het gruwelijke decor bood. Men mag ook hopen dat deze studiereis inderdaad euthanasie in het breder kader van een goede levenseindezorg wou plaatsen, al leest het verslag in DM toch vooral als een pleidooi pro euthanasie. Hierdoor wordt wel degelijk een grens overschreden. Wereldwijd groeit immers de kritiek op een al te liberale invulling van de dood op verzoek. Enige terughoudendheid was hier op zijn plaats geweest. Deze studiereis etaleert een vorm van hybris en is een kaakslag voor de Joodse en andere religieuze tradities die de Belgische euthanasiepraktijk afwijzen of minstens moreel gezien problematisch vinden. Het wijst ook op een gebrek aan gevoeligheid voor het feit dat veel artsen en burgers in dit land ook op louter humanistische gronden fundamentele vragen hebben bij het triomfalisme en de morele betutteling van de euthanasielobby in België, en bij uitstek in Vlaanderen.