Ingediend op 14/03/2014 om 17.29 uur Hellende Vlak
Prof. Raphael Cohen-Almagor (Universiteit Hull) steunt als activist de hulp van artsen bij zelfdoding door volwassenen. Hij schreef 'The Right to Die with Dignity' (2001) en 'Euthanasia in the Netherlands' (2004).
Moeten kinderen het recht hebben om te mogen sterven? Is het een logische stap om terminaal zieke kinderen van onder de 18 jaar die ondraaglijk pijn lijden dit recht te verlenen? Op deze vragen moet een antwoord worden gegeven, terwijl de wetgevers zich ten volle bewust zijn van de huidige situatie en beseffen wat de vermoedelijke gevolgen van een dergelijke wetgeving zullen zijn. Om de discussie te bevorderen, wil ik hier enkele vragen en thema's aan de orde stellen.
Sinds de inwerkingtreding van de euthanasiewet heeft de praktijk van de euthanasie zich uitgebreid. Het aantal euthanasiegevallen neemt toe. Euthanasie beperkt zich niet meer tot terminaal zieke patiënten. Ze kan ook worden toegepast bij patiënten met chronische degeneratieve ziekten. Er hebben mensen euthanasie gekregen die depressief waren, ongelukkig met hun leven. De beëindiging van het leven van patiënten zonder verzoek of toestemming is een aanhoudend probleem. Op grote schaal wordt terminale sedatie toegepast, een procédé waarvoor géén toestemming van de patiënt vereist is. Tegelijkertijd wijst onderzoek op verwarring bij de artsen en een gebrek aan begrip van de euthanasiewet, op het probleem van onvoldoende overleg met een onafhankelijke deskundige en op het probleem dat euthanasiegevallen onvoldoende worden gemeld. Moet België niet eerst op deze knagende en verontrustende zorgen ingaan voordat het haastig de werkingssfeer van de euthanasie tot kinderen uitbreidt?
Onomkeerbare fouten
Tot dusver hebben maar heel weinig kinderen gevraagd te mogen sterven. Is het verstandig om voor minder dan tien kinderen een wet in te voeren? Zodra de voorgestelde wet is aangenomen, zouden ouders en kinderen weleens onder druk kunnen komen te staan om met deze handeling in te stemmen. Er is een begrijpelijke zorg dat de wet averechts zou kunnen werken op de goede klinische praktijk van de behandeling van kinderen. Welke mechanismen worden er geïnstalleerd om kinderen te beschermen? Zijn ze voldoende? Er zijn gerede zorgen dat er kinderen zullen sterven die niet zouden mogen sterven. Hoe benaderen we deze zorgen?
Artsen zijn geen uiteraard slechte mensen. Maar het zijn ook mensen. En als mens maken we soms fouten. In het geval van euthanasie zijn fouten onomkeerbaar. De gegevens wijzen uit dat de huidige waarborgen voor volwassen patiënten onvoldoende zijn. Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen en als liberale samenleving is het onze plicht hen te beschermen. Als er al niet genoeg doeltreffende mechanismen zijn geïnstalleerd om volwassen patiënten te beschermen, is het dan niet onze verantwoordelijkheid om de bestaande problemen te herstellen voordat we misschien nog grotere problemen scheppen?
Rijp genoeg?
Bovendien waren er goede redenen om de oorspronkelijke euthanasiewet tot volwassenen te beperken. Zijn deze goede redenen nog altijd geldig? In wezen luiden de vragen: maakt rijpheid ook iets uit? Denkt u dat kinderen gevoelig zijn voor druk? Vindt u dat kinderen zelfstandig in staat zijn om in zeer belangrijke zaken weloverwogen keuzen te maken?
Velen van ons vinden niet dat kinderen aanspraak maken op dezelfde rechten die volwassenen hebben. We stellen grenzen aan bepaalde dingen waarvan we vinden dat ze een zekere volwassenheid en verantwoordelijkheid vereisen. We stellen een leeftijdgrens als we vinden dat bepaalde zaken beter voorbehouden kunnen blijven aan een latere levensfase, als we onze geestelijke en lichamelijke vermogens ontwikkelen en kunnen omgaan met partnerschap, seksualiteit, begeerten en de opvoeding van kinderen.
Het recht om te sterven is niet minder belangrijk dan al deze thema's. Het maakt een einde aan alle andere rechten. Waarom zou dit recht aan kinderen worden toegestaan als andere rechten hun worden ontzegd? Sterker nog, als kinderen mogen sterven, kunnen we stellen dat ze ook de autonomie dienen te genieten om te stemmen, te trouwen, seks te hebben, kinderen ter wereld te brengen en nog veel meer dingen te doen waartoe kinderen volgens velen van ons niet het recht behoren te hebben.
Het spreekt niet vanzelf dat kinderen het vermogen hebben om duidelijk en onafhankelijk hun mening te verwoorden. En nog des te minder als ze ongezond zijn. Artsen die in euthanasie geloven, zouden kinderen kunnen beïnvloeden om voor euthanasie te kiezen. Het gezond verstand schrijft voor dat we extra voorzichtig zijn in kwesties die het levenseinde betreffen.
Mensen - alle mensen, ongeacht hun leeftijd - hebben aan het einde van hun leven mededogen en zorg nodig. De geneeskunde biedt op het ogenblik tal van mogelijkheden om de pijn van patiënten te verlichten. Er zijn kalmerende middelen beschikbaar om patiënten aan het einde van hun leven te helpen. Er is palliatieve zorg beschikbaar om iets te doen aan de lichamelijke aspecten van de ziekte, en ook de aan de mentale aspecten; iets tegen de angsten van patiënten, hun zorgen, een hulpaanbod aan het einde van hun leven. Met de groeiende aandacht voor palliatieve zorg herkennen artsen misschien de nieuwe perspectieven die voor hen openstaan en gaan ze niet overhaast tot euthanasie over.
Een woord over mijzelf: ik maak sinds 1991 studie van levenseindevraagstukken. Ik was lid van de Israëlische publieke commissie voor de stervende patiënt die het ontwerp heeft opgesteld voor de Wet van de stervende patiënt (2005), en ik was het enige lid (van de zestig) dat de wettige zelfdoding met hulp van een arts steunde. Onlangs ben ik uitgenodigd om advies te geven aan de Britse organisaties die voor deze zelfdoding ijveren. Tegenstanders in beide landen beklemtonen de onjuistheid van het Belgische (en Nederlandse) model, omdat beide landen ten koste van het recht op leven snel lijken aan te sturen op het recht om te sterven.
Leerfase
De euthanasiewet is pas in 2002 aangenomen en het land is nog maar in een vroege leerfase. Wie de korte geschiedenis van de euthanasiewet, het beleid en de praktijk beziet, zal zich wellicht ongerust afvragen of er iets bedwelmends is aan die praktijk, waardoor de beleidsmakers de levenseindepraktijken steeds verder oprekken zonder ruime aandacht aan de voorzichtigheid te besteden.
De ene waarborg na de andere wordt weggenomen om de euthanasie meer ruimte te geven. De tolerantie voor de praktijk wordt vergroot, zodat de rode lijnen van gisteren vandaag weer achterhaald zijn. En terwijl de ene rode lijn wordt weggenomen, discussiëren uitvoerders en wetgevers alweer over een verdere stap en over andere groeperingen - patiënten die het leven moe zijn, nu jonge patiënten, straks demente patiënten - tot wie het liberalere euthanasiebeleid zich kan gaan uitstrekken. Dit is verbijsterend als er mensenlevens op het spel staan.
Wat we nodig hebben, is zorgvuldige studie, de vergaring van kennis en gegevens, aandacht voor eerdergenoemde zorgen, en we moeten van fouten leren en proberen ze te corrigeren voordat we als bezetenen nog liberale manieren invoeren om euthanasie op patiënten te plegen. Ik doe een beroep op de Belgische politici: Wacht. Studeer. Denk na. Ga met de vereiste behoedzaamheid te werk. Tussen ethiek en beleid loopt een dunne scheidslijn. Het is uw taak om deze lijn voorzichtig trekken. Haastige spoed is zelden goed.