Ingediend op 29/02/2016 om 16.09 uur Verklaringen van officiële instanties
1. Wetvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, om de tot vijf jaar beperkte geldigheidsduur van de wilsverklaring te schrappen en die duur door de patiënt zelf te laten bepalen Krachtens de euthanasiewet kan elk burger te kennen geven dat hij wil dat op hem euthanasie wordt
toegepast wanneer de bij die wet bepaalde omstan digheden zich voordoen.
Die wilsverklaring is echter slechts geldig gedurende de termijn die voornoemde wet bepaalt, namelijk vijf jaar. De indieners betwisten het vaste aspect van de termijn en zijn van mening dat de burger zelf moet kunnen bepalen hoelang zijn wilsverklaring geldt, en dat hij die wilsverklaring ook op elk moment moet kunnen wijzigen.
2. Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, teneinde de gewetensclausule te waarborgen
3. Om de procedure betreffende het beantwoorden van een euthanasieverzoek van de patiënt te verduidelijken, beoogt dit wetsvoorstel een dubbele termijn vast te stellen: een termijn van maximaal zeven dagen waarin de arts het euthanasieverzoek van de patiënt moet beantwoorden en een termijn van maximaal vier dagen waarbinnen hij het medisch dossier van de patiënt aan een collega moet doorgeven ingeval hij weigert dat verzoek in te willigen.